Tijd is onbelangrijk
Tijd houdt me al een behoorlijke tijd bezig, op een andere manier dan voorheen.
Je kent het vast wel, de jaren vliegen voorbij alsof het niets is. Zo zit je op een nieuwjaarsborrel en het volgende moment is het al weer kerst. De tijd gaat zo snel voorbij, ongelofelijk. En wat ik dan veel hoor, hoe ouder je wordt hoe sneller het gaat!
Tijd is altijd bij ons, vanaf het moment dat we op school leren klok te kijken. Vanaf dat moment begint er een klok te tikken, in plaats van de tijd die verstrijkt. Raar eigenlijk, wanneer je de tijd leert meten is er een startschot waarvandaan de tijd op hol lijkt te gaan.
De tijd onder controle proberen te brengen is een soort van afgeleid doel in het leven in de Westerse samenleving. Soms vindt er een dubbele afmeting plaats, tijd en geld. Tijd en geld worden daarmee enorm belangrijk gemaakt. Maar ik was er al achter dat geld niet zo belangrijk is en waneer geld niet zo belangrijk is, kan ik in elk geval vaststellen dat de factor tijd/geld in ieder geval minder belangrijk is geworden. Is tijd dan zo belangrijk vraag ik me dan af.
In het blogdeel “Ieder individu kan zichzelf gelukkig maken” kom ik al terecht bij de geest die onsterfelijk is in een lichaam dat sterfelijk is. Omdat het lichaam sterfelijk is, is tijd kostbaar. Want, de onsterfelijke geest overleeft niet zonder lichaam, althans, dat is mijn veronderstelling. Maar ook andere mensen, die geloven, die lijken vaak meer te hechten aan het leven op aarde dan wat dan ook. Dat is dan iets, wat kennelijk voor vrijwel eenieder gelijk is. Die sterke drang om in het lichaam zo lang mogelijk te overleven.
Eens wat beter gekeken naar tijd vind ik het wel interessant om de tijd eens wat vanuit een ander perspectief te bezien. Ons wordt wijsgemaakt dat tijd een absoluut gegeven is, althans, zo is het mij steeds overgekomen. Immers, tijd is precies vast te stellen, we werken in een systeem van seconden naar minuten naar uren naar dagen naar weken naar jaren naar eeuwen. En die secondewijzer die tikt onverbiddelijk door. De tijd laat zich door wetenschappers heel precies vast te stellen en dat kunnen ze al heel lang.
Wanneer een seconde zich tot een minuut verhoudt en een minuut tot een uur, dus een seconde tot een uur als de seconden voor een minuut voor minuten voor een uur (blijf even bij me met deze nu) en dus een uur tot een dag en een dag tot een jaar en een jaar tot een eeuw. En dan dus een seconde in een serie van verhoudingen tot een eeuw, dan hebben we het over het absoluut, door mensen bedacht gegeven.
Toch is het voor mij niet zo dat tijd een absoluut gegeven is. Naast dat het niet ondenkbaar is dat in de werkelijkheid het best kan zijn dat de tijd tussen bijvoorbeeld seconden niet altijd gelijk is. Er is namelijk geen enkele werkelijke reden om aan te nemen dat hetgeen wij als mensen menen de volkomen zuivere werkelijkheid is. Nu zal je misschien denken dat ik hierbij een beetje gek denk, maar dat dacht men ooit ook van mensen die twijfelden of de aarde wel plat was.
Naast een kanttekening bij de absoluutheid van een door mensen bedacht gegeven, komt er ook nog iets anders om de hoek. De beleving van tijd is ook heel subjectief. Een seconde die een eeuwigheid duurt, die bestaat echt. Zo ook het uur dat voorbij gaat zonder dat je er erg in hebt.
Zo is er ook nog een ander aspect van tijd. Tijd is relatief, tijd is vanuit een ander perspectief bekeken anders dan je denkt. Neem nu de eeuwigheid. Wat is nu de eeuwigheid? En er komt gelijk iets om de hoek kijken, namelijk de definitie van eeuwigheid. Laten we eens als uitgangspunt nemen, dat de eeuwigheid die we bedoelen die tijd is, waar geen einde aan lijkt te komen.
Wanneer je tijd betrekt op je leven, zou je een gemiddeld leven uit kunnen rekenen in seconden. Stel, een gemiddelde mens wordt in een bepaald land waarschijnlijk 75 jaar oud. Dan zou je het aantal tijdseenheden kunnen vaststellen en dan de tijdsboekhouding in je leven kunnen introduceren. Je doet een horloge om en in het display staat je waarschijnlijk resterende tijd vermeld.
Als je hier over nadenkt, zou een gemiddelde mens dan in staat zijn om zijn leven zo te benutten, als hij zou willen?
Terug naar het perspectief van tijd. Beschouwd vanuit een ander punt gaan we eens denken over dat leven van die gemiddelde mens. Dat leven is in jaren gemeten gelijk aan 75 jaren. Maar meet het eens af aan iets anders. Dat leven van die mens is gemeten aan het leven van zijn kind, gesteld het kind wordt geboren als die mens 25 is, ongeveer twee derde van het leven van dat kind, verondersteld dat dat kind ook 75 wordt. Maar heeft die mens een hond, en we gaan ervan uit dat die hond bewust nadenkt en 7 jaren oud wordt, is die mens voor die hond iets voor de eeuwigheid. Want, als het beestje z’n ogen opent en de mens ziet is de kans groot dat deze mens doorleeft wanneer het beestje het leven al weer gelaten heeft voor wat het was.
Maar als we het leven van die mens dan afmeten aan het leven van een boom. Zo'n boom die een eeuwigheid leeft. Dan is die machtige boom er voor de eeuwigheid van die mens.
Ik begin met dit soort vergelijkingen te beseffen dat de gemeten tijd voor de mens ongelofelijk relatief en onbelangrijk is. Want, laten we het ene uiterste en het andere uiterste eens bekijken. Je wordt verblind door een lamp die aangezet wordt in de kamer waarin je bent. De tijd die het licht van de lamp aflegt om jou te bereiken is ongeveer een miljard kilometer per uur maal de afstand die tussen jou en de lamp is.Dat is dus een heel erg korte periode. Aan de andere kant nemen we de leeftijd van het heelal. Die wordt verondersteld ongeveer 14 miljard jaar geleden ontstaan te zijn.
Maar van beide tijdsgegevens hebben gelijkenis. Ze zijn volstrekt spectaculair in wetenschappelijke zin en in de zin van het menselijk bestaan volstrekt onbelangrijk. De ervaring die wij als mensen hebben van beide gegevens is nietszeggend. En de betekenis van die gegevens is voor een mensenleven eigenlijk onbeduidend. Hierbij heb ik het over de combinatie van de gegevens, de combinatie van licht en tijd en heelal en tijd. Maar de feiten, van licht en van heelal, die zijn vanzelfsprekend, zo vanzelfsprekend dat ze niet opgemerkt worden. Het doet afvragen, wat van het opmerken van het bestaande gaat verloren vanwege een door mens uitgevonden bijkomstigheid?
Met het juist besef van de vele manieren waarop tijd opgevat kan worden maakt die uitgevonden tijd van de mens een stap verwijderend van de werkelijkheid.
De ervaring van een moment, dat is iets wat voor een mens telt. Een moment van geluk, een moment van angst. Een moment van emotie, een moment van stilte. Dan verdwijnt de tijd als belangrijke factor uit het geheel en wat resteert is het belangrijke. Vanuit deze gedachte is tijd iets wat je in het juiste perspectief in je leven toe wilt laten.
Met een juist besef van tijd vind ik dat een begin gevonden wordt van een juist besef van wat belangrijk is in een leven in relatie tot de tijd. In verhouding tot het heelal leven we maar dat ogenblik dat het licht nodig heeft om bij je te komen maar vanuit het juiste perspectief bezien is dat weer onze eeuwigheid.
Toch is het goed klok te kunnen kijken, je wilt toch op rechtvaardige wijze met andermans tijd omgaan in deze wereld van ons allemaal.
Waar ga jij je tijd aan besteden en waar niet? Dat is een vraag die juist beantwoord maakt dat jouw eeuwigheid vandaag nog kan starten denk ik.
mei 2017